vrijdag 29 november 2013

Reisverslag 08 – Western Australia - 3

Shark Bay - Monkey Mia, Nambung National ParkPinnacles.

 Van Coral Bay, 600 km verder langs de kust, naar het zuiden, ligt Shark Bay. In de enorme baai ligt het schiereiland Peron en o.a. het Dirk Hartog eiland. Wie heeft ooit in Nederland van Dirk Hartog gehoord? In Australië kent vrijwel iedereen hem als de eerste Europeaan die voet aan wal zette in Australië in 1616. Pas152 jaar later kwam captain Cook in Australië aan. De Eendracht, het schip van Dirk Hartog, staat dit jaar op de voorpagina van de Shark Bay brochure. In  2016 is het 400 jaar geleden dat Dirk Hartog voet aan wal zette en het is de bedoeling om dit op bijzondere wijze te herdenken.
Er een een overvloed aan dingen te zien en te doen in Shark Bay. Wij beperkten ons noodgewongen tot de Stromatolites, Shell Beach, Eagle Bluff, Monkey Mia en een boottocht.



Stromatolites lijken op rotsblokken maar ze zijn door bacteriën gebouwd van kalksteen. Dit proces begon ongeveer 3500 miljoen jaar geleden. Hierdoor kwam veel zuurstof vrij in de atmosfeer en dat heeft er toe bijgedragen dat vele andere vormen van leven op de aarde mogelijk werden.


Plotseling groeide er planten in de berm langs de weg met vruchten die leken op kleine meloenen.


“Shell Beach” is een kilometers lang strand dat niet bestaat uit zand maar uit een 5 tot 10 m dikke laag kleine schelpjes.


In het ondiepe en heldere water bij het uitkijkpunt “Eagle Bluff” is veel “Marine Life” te zien. Toen wij er waren zwommen er een aantal haaien rond.


In Monkey Mia worden de dolfijnen in de morgen tot drie maal toe gevoerd. Ze krijgen net genoeg dat ze dagelijks terugkomen maar het grootste deel van hun dagelijkse behoefte moeten ze zelf zien te vangen.


Ria werd niet uitgekozen om een dolfijn te voeren maar ze staat wel met een mooi exemplaar op de foto.





De zeeschildpadden laten elke 3 – 4 minuten even hun kopje zien om lucht te happen.


Hoe heet dit beest?


Het beest heeft een grote bek.


En hier is Ria met het beest, een pelikaan.


Tijdens een boottocht in Shark Bay toonden de dolfijnen hun kunstjes, bezochten we een “Black Pearl” farm en zagen we een paar dugongs. Dat zijn slome, zeegras etende zoogdieren. De dugong lijkt op een zeekoe maar heeft de staartvin van een vis. 


Dit is een Internet foto van een Dugong. (Doejong in NL)



In de buurt bij Geraldton begint de “Batavia Heritage Coast”. Deze kust heeft deze naam gekregen in herinnering aan het vergaan van het V.O.C. vlagschip “Batavia”. Ongeveer 80 km uit de kust liep de Batavia op een rif in 1629. Deze gebeurtenis is vooral bekend geworden door de gruwelijke muiterij die onder de drenkelingen plaatsvond en waarbij meer dan 100 mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord.



Halverwege tussen Geraldton en Perth ligt het Nambung National Park en de  Pinnacle desert.




In de Pinnacle desert staan veel kalkstenen pilaren met een onregelmatige vorm en hoogte. De oorsprong van de pinnacles is omstreden.




Dit is de bovenkant van één van de pilaren. Zien jullie ook een man met een helm of een strakke muts op?




De pilaren in het zuidwesten zijn niet geel maar grauw. De Nederlandse zeelui, die vanuit zee, als eerste deze pinnacles zagen, dachten dat het de overblijfsels waren van een oude stad.




De duinen langs Batavia Heritage Coast zijn spierwit. Ze liggen niet alleen langs het water maar ook soms wel kilometers landinwaarts. Ze zijn niet van normaal zand maar van een soort kalksteen. Dit kalksteenpoeder is heel licht en door de wind verplaatst het duin zich soms meer dan 10 m per jaar.

zaterdag 23 november 2013

Reisverslag 07 – Western Australia - 2

Exmouth (Cape Range N.P.), Coral Bay.

Van Tom Price reden we 650 km, terug naar de kust, naar Exmouth. Exmouth ligt op een schiereiland, aan de Indische Oceaan. De belangrijkste bezienswaardigheid is hier is het 260 km lange Ningaloo Rif. In tegenstelling tot de “Great Barrier Reef” is het op veel plaatsen mogelijk om het rif vanaf het strand te bereiken.


Het landschap van Tom Price naar de kust bestond uit struiken, planten en bloeiend gras.


En ook veel rode aarde dat het eentonige landschap wat opfleurt.


In Exmouth werden we op de gebruikelijke wijze welkom geheten. Onze camping lag in het uiterste noorden van het schiereiland, onderaan de vuurtoren.


Het “Vlamingh Head Lighthouse”. Genaamd naar de Nederlandse kapitein Vlamingh die in 1696 dit gebied als eerste in kaart bracht. Langs de westkust van Australië komen veel Nederlandse namen voor. Veelal van kapiteins en schepen uit die tijd. 


Op stranden langs het schiereiland leggen veel zeeschildpadden hun eieren. Dit gebeurt altijd in het donker. Toen wij laat in de avond gingen kijken vonden we alleen de sporen van waarschijnlijk de vorige nacht.


Blijkbaar ligt de temperatuur grens van het zand bij 29 graden. Het verhaal klopt niet helemaal want dan zouden er in Nederland alleen maar meisjes zijn.


Overstekend wild bij het verlaten van de camping.


Een paar van de vogels die we in de “bird hide” zagen van het Cape Range N.P. op het schiereiland


Turquoise Bay doet zijn naam eer aan!


Vanaf het strand van Turquoise Bay kon je heerlijk snorkelen. Jammer genoeg blijkt dat niet uit de foto’s. De vissen waren te snel en er was niet genoeg licht voor mijn camera. Daar komt nog bij dat het gokwerk is onderwater want je ziet absoluut niets op het schermpje.


Van Exmouth 200 km naar het zuiden ligt Coral Bay. Hier zou de Ningaloo Rif nog dichter aan land komen. We hadden in ieder geval een goed plaatsje op de camping met uitzicht op de baai en 100 m van de rif.




Sunset over Coral Bay.


Met deze glasbodemboot gingen we de volgende dag op stap om te snorkelen.


Tot Ria’s verbazing was de kapitein een vrouw.


Bij de eerste snorkelstop, in ondiep water en een zonnetje, was het licht nog maar net voldoende om een een paar redelijke foto’s te maken.


We bezochten ook de “Turtle Sanctuary”. Zowel onder- als bovenwater kregen we er een aantal te zien.


Deze grote berg van diverse soorten koraal noemen ze in Coral Bay: Ayers Rock.


Een detail van de bovenkant van Ayers Rock.

Reisverslag 06 – Western Australia - 1

Grens Western Australia, Lake Argyle, Purnululu N.P.(Bungle Bungle Range), Broome, Port Hedland, Karijini N.P.,Tom Price.

Onze eerste bestemming in Western Australia was het grote “Lake Argyle” stuwmeer. Het gebied had vroeger te veel water in het regen seizoen en niet genoeg in het droge seizoen. Door een dam te bouwen in de Ord rivier was het mogelijk om de land- en tuinbouw, het gehele jaar, van water te voorzien.



Het zwembad op de Lake Argyle camping was heel bijzonder. Het tot de top gevuld en het water liep over de rand. Hierdoor leek het als of het zwembad met het meer verbonden was.




Met de “Bluff Walk Trail” kon je naar het beste punt lopen om een mooie zonsondergang te zien. De ondergang was niet bijzonder maar wel het mooie licht dat er aan voor af ging.





Van “Lake Argyle” naar het zuiden, is het rijden en wandelen door de Bungle Bungle Range in het Purnululu National Park, een absolute “must”. Maar in Katherine waren we al gewaarschuwd dat er in het laag seizoen weinig excursies zijn en om er individueel door te rijden zou je 4x4 moeten hebben. Bij het Visitors Centre in Kununurra kregen we te horen dat het park gesloten was vanwege bush fires. Het is mogelijk dat de Aboriginals die in het park wonen, gewacht hebben tot het hoog seizoen voorbij was om het zaakje in de fik te steken.




Ook langs de weg kregen we informatie over de bush fires.




Internet foto van de Bungles.

Met het uitvallen van een bezoek in het Purnululu N.P. werden de afstanden tussen de echte bezienswaardigheden wel erg duidelijk. Van Lake Argyle tot onze volgende bestemming, Broome, was 1100 km.





Regelmatig staan er waarschuwingsborden voor loslopend vee & wild. Er staat dan een afstand op van enkele honderden km.Wie kan zich over honderden km concentreren op loslopend wild? Het meeste vee of wild stak de weg over als er geen bord stond of als we dat honderden km later niet meer konden herinneren. Geen wonder dat de meeste auto’s hier met extra sterke bumpers rondrijden. Maar ja voor een koe helpt dat natuurlijk ook niet.




Van af Fitztroy Crossing richting Broome stonden veel Baobab bomen in allerlei vormen. Tijdens het urenlang autorijden hielden we ons bezig met het zien van figuren in rotspartijen en termietenheuvels. Deze rotspartij stelt voor ons een Playmobil mannetje voor. En de termietenheuvel is Pino van Sesamstraat.




In Western Australia staan waarschuwingsborden waar de politie op dat moment speciaal op let. Ik vraag me wel af hoe ze “vermoeidheid” controleren.

Broome is een toeristische bestemming bekend om het goede klimaat, mooie stranden (cable beach) en de parelindustie. Vroeger was Broome de thuishaven voor de parelvloot. Van de parelindustrie is niets meer over maar Broome koestert het parel imago.




Cable Beach is ook bekend om het kameelrijden bij zonsondergang.



Willies Creek heeft het voor elkaar gekregen om toeristen te laten betalen om hun parelwinkel te bezoeken. Je wordt met de bus in Broome opgehaald en naar hun informatiecenter/winkel gebracht, 40 km buiten Broome. Hier wordt o.a. uitgelegd hoe parels gekweekt worden. In de natuur zit er maar op 1 in de 15.000 pareloesters een parel. Een gekweekte parel ontstaat door in een oester een korreltje van de Mississippie Mossel te plaatsen. De oester gaat dan als afweermiddel, het korreltje bekleden en na een paar jaar is de parel groot genoeg om er uit gehaald te worden. Een paar keer wordt er dan tegelijk weer een nieuw korreltje in geplaatst.




Bij Pearl Luggers kan men de boten en de duikuitrusting zien waarmee vroeger naar pareloesters werd gedoken. In die tijd ging het vooral om de schelpen, de paarlemoer. Hiervan werden vroeger vooral knopen en gespen gemaakt. Ria paste een helm en zoals je ziet mocht ze ook een duik maken.




Deze man ging een foto maken van zijn partner bij de zonsondergang op Cable Beach.




In Broome gaf ik de voorkeur aan kamelen.

Van Broome ging de rit naar het Karijini National Park ( 1000 km) met een korte stop in de havenstad Port Hedland.




Op weg naar Port Hedland zagen we voor het eerst deze grote watervogels.






Bij het Pardoo Roadhouse had Ria voor het eerst sinds lange tijd weer een vriendje.




Port Hedland is maar een dorp met 14.000 inwoners maar het is wat tonnage betreft de grootste haven van Australië. Het belangrijkste export product is erts dat met treinen van een paar km lang wordt aangevoerd. Ook honderden Road Trains voeren het erts 24 uur per dag aan.

Het Karijini National Park is vooral bekend om zijn diepe kloven. Wij bezochten alleen de Dales Gorge. Om de andere kloven te bezoeken hadden we tientallen km over een “wasbord” moeten rijden en dat wilde we onszelf en de camper niet aandoen.




Dales Gorge.




Er waren ook nogal wat mooie bloemen en struiken in het Karijini N.P.




Deze bloem is we heel bijzonder. Je zou bijna denken dat iemand het hartje er ingekleurd had.



Tom Price is een ijzererts stadje dat in de zestiger jaren opgebouwd werd tegelijk met de exploitatie van de ijzermijn. Er worden excursies aangeboden naar deze grote open-pit mijn van Rio Tinto. Maar toen wij er waren was er onvoldoende belangstelling voor de excursie



Zijn wij onderweg in een klein campertje of is deze truck zo groot? Hij weegt leeg 98 ton en 260 ton volgeladen met ijzererts. De banden hebben een diameter van 3 meter.