donderdag 31 oktober 2013

Reisverslag 04 – Northern Territory - 3

Katherine, Nitmiluk National Park, Pine Creek, Kakadu National Park.

Over de Stuart Highway reden we naar Katherine. Een aantrekkelijke plaats, en of je wilt of niet, je komt er automatisch een aantal keer. Van een bezoek aan het Nitmiluk N.P. moet je er weer terug naar toe en als je van Darwin weer naar andere delen van Australië wilt moet je ook weer via Katherine. Er zijn zodoende meerdere campings en ook een Tourist Office met WiFi en dat is wel een echte uitzondering hier.


Deze parkeerplaats, in de schaduw en dichtbij het tourist office en de supermarkt, is erg in trek en dan ook meestal bezet.


Het Nitmiluk National Park is bekend om zijn mooie kloven. Het park had een luxe camping met een mooi zwembad. In de meeste parken moet je blij zijn als er een toilet is. Er is ook vrijwel nooit stroom en dat is een probleem voor ons nu het elke dag meer dan 40 graden is.


Met een boot kan je door de kloven varen. Normaal bezoek je dan 3 kloven maar bij ons waren het er 2 omdat er niet genoeg water in de rivier stond. Het is het einde van het droge seizoen en zelfs om de 2 kloven te bezoeken moesten we een stukje lopen en van boot wisselen.


Veilig zwemwater in Australië betekent niet dat er geen krokodillen zijn. Want, zo wordt hier beweert dat de zoetwaterkrokodil niet gevaarlijk is als je hem niet stoort. Maar wat betekent niet storen? In Nitmiluk lagen er ook kooien om de zoutwaterkrokodillen te vangen. En omdat de zoetwaterkrokodillen in deze tijd hun eieren leggen mocht je ook niet op de strandjes langs de rivier.


Bij de pier, in het park, hingen er vleermuizen in de bomen. De guide zei dat het Fruit Bats waren. Maar voor mij waren het dezelfde als de Red Flying Foxes in het Elsey National Park. (Reisverslag 3)


In Pine Creek had men de uitrusting van een oude goudmijn tentoongesteld. Nog niets gelast, alles geklonken en natuurlijk afkomstig uit Groot Britanië. In de 18de en begin 19de  eeuw moet het voor de staalfabrieken en machinefabrieken figuurlijk een “goudmijn” zijn geweest.


Dit is de eerste keer dat we bij de eerste tee op een golfclub hebben overnacht. En wat dacht je van de greenfee? Voor Euro 3,50 een hele dag golfen!! Er stonden nogal wat van deze grote termietenheuvels op de golfbaan.

Het Kakadu National Park behoord tot één van de grootste in Australië. Het ongeveer half zo groot als Nederland. De doorgaande weg is heel goed maar voor veel bezienswaardigheden heb je 4x4 nodig, zelfs tijdens het droge siezoen. Wij bezochten de Yellow water regio en Mamukala.


Van uit de Gagudju Lodge in Cooinda boekten we de sunset cruise over yellow water wetlands en de south alligator rivier


Er was veel wildlife, vooral vogels, in de wetlands en langs de south alligator rivier.


De sunset is hier bijna altijd gegarandeerd.


Ik ben geen fan van krokodillen en vind ze zo lelijk dat ik ze zelden fotografeer. Voor deze maakte ik een uitzondering vanwege de mooie kleuren bij de ondergaande zon.


In Mamakula is een groot meer dat barstens vol met vogels zit. De Magpie Ganzen zijn duidelijk in de meerderheid.


Toen deze Magpie Gans kwam aanvliegen, dacht ik: “dat gaat vast niet goed”.  Het leek een echte brokkenpiloot die wijdbeens in de bocht hing. Maar zoals je kunt zien, ging het op het laatste moment toch nog goed.


Bij het Mamaluka meer was ook een gemarkeerde wandeling. De vliegen waren er erg lastig.


Als je te dicht bij het meer kwam, zag je pas goed hoeveel vogels er zaten.


We verlaten het Kakadu National Park richting Darwin.







vrijdag 25 oktober 2013

Reisverslag 03 – Northern Territory - 2

Devils marbles, Tennant Creek, Elliott, Daly Waters Pub, Mataranka – Elsey N.P.

Ook dit reisverslag speelt zich volledig af over en langs the Stuart Highway, naar het noorden, richting Darwin.

Plotseling verschijnen er in het vlakke landschap, langs de Stuart Highway, grote rotsparteien. Grote rotsblokken balanceren, zonder enig houvast, op andere rotsblokken. Een aantal zijn mooi rond, net grote knikkers, vandaar de naam “Devils Marbles”.


Om te laten zien hoe groot de blokken zijn heb ik de camper er maar naast gezet. Ria vond dat ze al genoeg geposeerd had.


Je zou denken dat er niet veel wind voor nodig is om ze er te laten rollen.


Deze knikker heeft een diameter van een meter of 5. Toen ik er langs liep zag dat deze in tweeën was gebroken. 


Midden in deze droge woestenij staat er plotseling een mooie bloem tussen de knikkers.


Regelmatig staan er langs de Stuart Highway veel Termietenheuvels in alle vormen en maten. Deze was één van de eerste die we “aangekleed” zagen. De band is waarschijnlijk bedoeld als tulband. Later zagen we er veel met een t-shirt aan, een jurkje of met een petje op.

In Tennant Creek, wilden we het “Battery Hill Mining Centre” bezoeken. Het is een goudmijn die niet meer in bedrijf is maar waarvan bijna alles in de originelle staat bewaard is gebleven. Maar jammer genoeg was de mijn gesloten omdat het seizoen voorbij is. Ja, buiten het vakantie reizen heeft zo zijn voordelen ( weinig toeristen & lege campings) maar ook nadelen. (zoals b.v. de gesloten mijn maar ook de hoge temperatuur van meer dan 40 graden). We vonden Tenant Creek een ingeslapen stadje. Om even over 9 uur toen we de volgende dag wegreden waren bijna alle winkels nog dicht. Maar daarover later meer.




In Elliott was de eerste politiecontrole in de 2 weken die we nu onderweg zijn. Ik zat al te denken waar ik de autopapieren kon vinden tot deze vriendelijke agente me vroeg om op het pijpje te blazen.  Het was 1 uur en een ongebruikelijke tijd in Nederland voor een blaastest. Maar hier zie je ze al vroeg van een pint genieten.


De Stuart Highway wordt ook wel Explorer Highway genoemd.


Daly Waters Pub heeft een soort cult Status. Er is een eenvoudige camping bij die je in het seizoen moet boeken om een plaatsje te hebben. Eigenlijk is het een zooitje. Er hangen honderden onderbroeken en beha’s aan het plafond. Aan de muren hangen een paar honderd kentekenplaten en papieren geld met aantekeningen er op. Ze hadden er ook happy hour en daar dachten we gebruik van te maken. Maar de bardame zei u bent een uur te vroeg. Hoe zo zei ik we hebben een week geleden de klok een uur vooruit moeten zetten. Ja zei ze dat was misschien in South Australia maar u bent nu in de Northern Territory. Toen was het duidelijk waarom wij bij de sunset bij Ayers Rock één van de eerste waren en waarom de winkels in Tennant Creek nog gesloten waren.


Tegenover Daly Waters Pub stond nog een leuk pandje te koop. Het moest wel wat opgeknapt worden maar had al wel een helipad.


Dit is echt team work. Één houdt de kraan open zodat de andere kan drinken.


Het wordt steeds groener langs de weg. De plaatsnamen eindigen nu vaak in “waters” en “springs”. 



We zagen de eerste Road Train met vier opleggers en op een bord langs de weg stond dat de maximum lengte 53,5 m is.


Het blijft indrukwekkend als je zo’n gevaarte tegenkomt of er door, met meer dan 100 km / uur, ingehaald wordt.


In het Elsey National Park, bij Mataranka, ontmoetten we een Nederlands koppel dat 5 jaar geleden geëmigreerd was en al die jaren met een caravan rondreden. Ze vonden het niet leuk meer, maar de man zijn huis stond al 5 jaar in Nederland te koop en zolang het niet verkocht was konden ze niets in Australië beginnen. We kwamen ongeveer gelijktijdig op de bijna gratis camping in het N.P aan. Verder was er helemaal niemand en er was geen stroom en dat bij een temperatuur van boven de 40 graden. Ze wilden er niet op hun eentje overnachten. Wij vonden het vervelend om weg te gaan, maar zeiden dat we bij deze temperatuur airco wilden hebben en dus naar de camping bij de hot springs gingen kijken. Ondanks dat ze ook airco hadden keken ze ons vertwijfeld aan en hebben we ze niet meer gezien.



De hot springs liggen in een prachtige natuur en het water zou permanent 34 graden zijn.


Bij de wandeling in het park naar “Stevie’s Hole” kwamen we nog een Pauw tegen en .....


Moeder en joey kangoeroe.


Rondom de hotsprings hingen duizenden vleermuizen (Little Red Flying Foxes) in de palmbomen en toen het donker werd gingen ze allemaal tegelijk in de rivier drinken. Een waar spektakel!


In het zelfde N.P. zijn ook nog, de niet minder mooie, “Bitter Springs”.


Bij de benzinepomp in Mataranka waren ze geloof ik erg bang dat Ria de sleutel zou vergeten terug te brengen.

maandag 21 oktober 2013

Reisverslag 02 – Northern Territory - 1

Grens South Australia – Northern Territory, Kulgera, Uluru – Kata Tjuta National Park, Barrow Creek, Wycliffe.


In dit reisverslag vervolgen we onze reis naar het noorden over de Stuart Highway. Om bij Ayers Rock te komen moesten we van de Stuart Highway af en 250 km naar het westen rijden en dezelfde weg ook weer terug. Een ommetje dus van 500 km.


Als we de Northern Territory inrijden hebben we 1540 km achter de rug in South Australia. Achteraf bleek dat we hier ook nog iets belangrijks hadden moeten doen.



Bij het Kulgera Roadhouse waren ze borden van de Worldsolarchallenge aan het plaatsen. Het is de jaarlijkse race met solar aangedreven voertuigen over de Stuart Highway. Op dat moment waren ze onderweg van Alice Springs naar Kulgera maar niemand kon ons de verwachte aankomst tijd geven anders hadden we er misschien op gewacht. Toen we 75 km verderop afsloegen naar Ayers Rock waren we ze nog steeds niet tegen gekomen.



We rijden nog steeds door een kurkdroog gebied en de vogels zijn dankbaar voor elk beetje water dat er gemorst wordt.



Als je over de Lassetter Highway richting Ayers Rock rijdt, doemt er plotseling in het vlakke landschap een berg op die vanuit de verte op Ayers Rock lijkt. Bij een parkeerplaats staat een bordje met “Mount Conner”. Als je aan de overkant van de weg een rode duin opklimt krijg je een groot zoutmeer te zien.

Ayers Rock ligt in het Uluru – Kata Tjuta National Park. De Aboriginals noemen Ayers Rock, Uluru, en dat is ook de naam die ter plaatse gebruikt wordt. Het is verwarrend want buitenlanders kennen over het algemeen alleen Ayers Rock. Na 250 eenzame kilometers over de Lasseter Highway dachten we een camping aan te treffen en hadden we niet gedacht in een volledig resort terecht te komen met hotels, restaurants, een camping, supermarket, postkantoor, een bank en ja zelfs een kapsalon. Een aardige bijkomstigheid is dat het een “droog” resort is. Geen alcohol dus. Maar voor de toeristen hebben ze er iets op gevonden. Bij de receptie van de camping krijg je een bonnetje waarmee je dan bij de bar van één van de hotels alcohol kan kopen. 



Iedereen wil Uluru zien bij zonondergang. Voor Ria duurde het wel wat erg lang (de reden hiervoor komt in reisverslag 3) en ze was er maar bij gaan zitten.


Wij willen natuurlijk laten zien dat wij er ook werkelijk geweest zijn.



Er is een grote “sunset” parkeerplaats en daar waren we natuurlijk niet alleen.



Gelukkig hadden we een mooie “sunset” om de prachtige roodbruine kleur van Uluru te zien.



Het Worldsolarchallenge team van de University of Cambridge was er ook. Ik vroeg me af hoe dit mogelijk was omdat de race nog niet afgelopen was. Het bleek dat ze niet eens gestart waren omdat het voertuig nog voor de start een “crash” had. 



Ook deze bloem, van grassoort, kreeg een mooie kleur bij zonsondergang.



Een bezoek aan Ayers Rock is niet compleet zonder deze ook beklommen te hebben. Maar om hiervoor, in verband met de temperatuur, vroeg voor uit bed te komen, hadden we geen zin in. Toen we aankwamen was de klim niet gesloten vanwege de temperatuur zoals we verwacht hadden maar door de harde wind op de top. Eerlijk gezegd vonden we het niet zo erg.


Dus deden we twee “watjes” wandelingen. De “Mala Walk”en de “Kuniya Walk” naar het enige "water hole" in de verre omgeving.



50 km van Uluru ligt nog een rotsformatie in het N.P.: “Kata Tjuta of te wel “Mount Olga” die met 548 m, 200 m hoger is dan Uluru.



Bij het Sunset punt van “Kata Tjuta” stonden veel planten met deze bloemen.

Het Uluru – Kata Tjuta National Park is groot. In 2 dagen tijd hadden we er tot onze verbazing 180 km in gereden.



Op weg terug naar de Stuart Highway zagen we onze eerste Dingo.

De dingo rechtsboven op de foto zagen we bij “Devils Marbles” (Reisverslag 3)



We zijn weer terug op Stuart Highway. Nu richting Alice Springs maar dit beeld  veranderd niet veel gedurende de bijna 3000 km lange highway.



In Alice Springs kan je de Royal Flying Doctor Service (RFDS) bezoeken. In Nederland werden de flying doctors vooral bekend door de gelijknamige TV serie.



Het is interessant om te zien hoe het Logo over de jaren aangepast werd. In het nieuwste logo zie je ook dat ze voor het eerst Tasmanie laten zien. Dit ligt erg gevoelig in Tasmanië omdat het meestal vergeten wordt.



Op dit scherm kan je “live” volgen waar elk vliegtuig van de RFDS zich bevindt.


In Alice Springs waren ineens de Aboriginals prominent in het straatbeeld aanwezig. Meestal hingen ze in grote groepen ergens tegen de grond. Waarschijnlijk was het geen toeval dat we dit bord hier voor het eerst zagen. Kan je, je een dergelijk bord voorstellen in Nederland?



We stopte even bij het Barrow Creek Roadhouse. Het is één van de vele roadhouses met een eigen karakter. Toen ik opmerkte dat dit echt in “The middle of nowhere” was, antwoordde de man bij de kassa: “That is a matter of opinion, you could also see it as the centre of the universe”. Jammer genoeg vergat ik om te vragen voor wie de “Sin Bin” bedoeld is.



In Wycliffe staat ook zo’n bijzonder roadhouse. Het begint met dit bord langs de weg dat je een UFO landingsplaats nadert.



Ria wilde ook nog even op de foto met de buitenaardse wezens.



Alles was anders in Wycliffe behalve de Galahs.