zaterdag 23 november 2013

Reisverslag 06 – Western Australia - 1

Grens Western Australia, Lake Argyle, Purnululu N.P.(Bungle Bungle Range), Broome, Port Hedland, Karijini N.P.,Tom Price.

Onze eerste bestemming in Western Australia was het grote “Lake Argyle” stuwmeer. Het gebied had vroeger te veel water in het regen seizoen en niet genoeg in het droge seizoen. Door een dam te bouwen in de Ord rivier was het mogelijk om de land- en tuinbouw, het gehele jaar, van water te voorzien.



Het zwembad op de Lake Argyle camping was heel bijzonder. Het tot de top gevuld en het water liep over de rand. Hierdoor leek het als of het zwembad met het meer verbonden was.




Met de “Bluff Walk Trail” kon je naar het beste punt lopen om een mooie zonsondergang te zien. De ondergang was niet bijzonder maar wel het mooie licht dat er aan voor af ging.





Van “Lake Argyle” naar het zuiden, is het rijden en wandelen door de Bungle Bungle Range in het Purnululu National Park, een absolute “must”. Maar in Katherine waren we al gewaarschuwd dat er in het laag seizoen weinig excursies zijn en om er individueel door te rijden zou je 4x4 moeten hebben. Bij het Visitors Centre in Kununurra kregen we te horen dat het park gesloten was vanwege bush fires. Het is mogelijk dat de Aboriginals die in het park wonen, gewacht hebben tot het hoog seizoen voorbij was om het zaakje in de fik te steken.




Ook langs de weg kregen we informatie over de bush fires.




Internet foto van de Bungles.

Met het uitvallen van een bezoek in het Purnululu N.P. werden de afstanden tussen de echte bezienswaardigheden wel erg duidelijk. Van Lake Argyle tot onze volgende bestemming, Broome, was 1100 km.





Regelmatig staan er waarschuwingsborden voor loslopend vee & wild. Er staat dan een afstand op van enkele honderden km.Wie kan zich over honderden km concentreren op loslopend wild? Het meeste vee of wild stak de weg over als er geen bord stond of als we dat honderden km later niet meer konden herinneren. Geen wonder dat de meeste auto’s hier met extra sterke bumpers rondrijden. Maar ja voor een koe helpt dat natuurlijk ook niet.




Van af Fitztroy Crossing richting Broome stonden veel Baobab bomen in allerlei vormen. Tijdens het urenlang autorijden hielden we ons bezig met het zien van figuren in rotspartijen en termietenheuvels. Deze rotspartij stelt voor ons een Playmobil mannetje voor. En de termietenheuvel is Pino van Sesamstraat.




In Western Australia staan waarschuwingsborden waar de politie op dat moment speciaal op let. Ik vraag me wel af hoe ze “vermoeidheid” controleren.

Broome is een toeristische bestemming bekend om het goede klimaat, mooie stranden (cable beach) en de parelindustie. Vroeger was Broome de thuishaven voor de parelvloot. Van de parelindustrie is niets meer over maar Broome koestert het parel imago.




Cable Beach is ook bekend om het kameelrijden bij zonsondergang.



Willies Creek heeft het voor elkaar gekregen om toeristen te laten betalen om hun parelwinkel te bezoeken. Je wordt met de bus in Broome opgehaald en naar hun informatiecenter/winkel gebracht, 40 km buiten Broome. Hier wordt o.a. uitgelegd hoe parels gekweekt worden. In de natuur zit er maar op 1 in de 15.000 pareloesters een parel. Een gekweekte parel ontstaat door in een oester een korreltje van de Mississippie Mossel te plaatsen. De oester gaat dan als afweermiddel, het korreltje bekleden en na een paar jaar is de parel groot genoeg om er uit gehaald te worden. Een paar keer wordt er dan tegelijk weer een nieuw korreltje in geplaatst.




Bij Pearl Luggers kan men de boten en de duikuitrusting zien waarmee vroeger naar pareloesters werd gedoken. In die tijd ging het vooral om de schelpen, de paarlemoer. Hiervan werden vroeger vooral knopen en gespen gemaakt. Ria paste een helm en zoals je ziet mocht ze ook een duik maken.




Deze man ging een foto maken van zijn partner bij de zonsondergang op Cable Beach.




In Broome gaf ik de voorkeur aan kamelen.

Van Broome ging de rit naar het Karijini National Park ( 1000 km) met een korte stop in de havenstad Port Hedland.




Op weg naar Port Hedland zagen we voor het eerst deze grote watervogels.






Bij het Pardoo Roadhouse had Ria voor het eerst sinds lange tijd weer een vriendje.




Port Hedland is maar een dorp met 14.000 inwoners maar het is wat tonnage betreft de grootste haven van Australië. Het belangrijkste export product is erts dat met treinen van een paar km lang wordt aangevoerd. Ook honderden Road Trains voeren het erts 24 uur per dag aan.

Het Karijini National Park is vooral bekend om zijn diepe kloven. Wij bezochten alleen de Dales Gorge. Om de andere kloven te bezoeken hadden we tientallen km over een “wasbord” moeten rijden en dat wilde we onszelf en de camper niet aandoen.




Dales Gorge.




Er waren ook nogal wat mooie bloemen en struiken in het Karijini N.P.




Deze bloem is we heel bijzonder. Je zou bijna denken dat iemand het hartje er ingekleurd had.



Tom Price is een ijzererts stadje dat in de zestiger jaren opgebouwd werd tegelijk met de exploitatie van de ijzermijn. Er worden excursies aangeboden naar deze grote open-pit mijn van Rio Tinto. Maar toen wij er waren was er onvoldoende belangstelling voor de excursie



Zijn wij onderweg in een klein campertje of is deze truck zo groot? Hij weegt leeg 98 ton en 260 ton volgeladen met ijzererts. De banden hebben een diameter van 3 meter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten