Grens Western Australia, Lake Argyle,
Purnululu N.P.(Bungle Bungle Range), Broome, Port Hedland, Karijini N.P.,Tom Price.
Onze eerste bestemming in Western Australia was het grote
“Lake Argyle” stuwmeer. Het gebied had vroeger te veel water in het regen
seizoen en niet genoeg in het droge seizoen. Door een dam te bouwen in de Ord
rivier was het mogelijk om de land- en tuinbouw, het gehele jaar, van water te
voorzien.
Het zwembad op de Lake Argyle camping was heel bijzonder.
Het tot de top gevuld en het water liep over de rand. Hierdoor leek het als of
het zwembad met het meer verbonden was.
Met de “Bluff Walk Trail” kon je naar het beste punt lopen
om een mooie zonsondergang te zien. De ondergang was niet bijzonder maar wel
het mooie licht dat er aan voor af ging.
Van “Lake Argyle” naar het zuiden, is het rijden en wandelen
door de Bungle Bungle Range in het Purnululu National Park, een absolute
“must”. Maar in Katherine waren we al gewaarschuwd dat er in het laag seizoen
weinig excursies zijn en om er individueel door te rijden zou je 4x4 moeten
hebben. Bij het Visitors Centre in Kununurra kregen we te horen dat het park
gesloten was vanwege bush fires. Het is mogelijk dat de Aboriginals die in het
park wonen, gewacht hebben tot het hoog seizoen voorbij was om het zaakje in de
fik te steken.
Ook langs de weg kregen we informatie over de bush fires.
Internet foto van de Bungles.
Met het uitvallen van een bezoek in het Purnululu N.P. werden
de afstanden tussen de echte bezienswaardigheden wel erg duidelijk. Van Lake
Argyle tot onze volgende bestemming, Broome, was 1100 km.
Regelmatig staan er waarschuwingsborden voor loslopend vee
& wild. Er staat dan een afstand op van enkele honderden km.Wie kan zich
over honderden km concentreren op loslopend wild? Het meeste vee of wild stak
de weg over als er geen bord stond of als we dat honderden km later niet meer
konden herinneren. Geen wonder dat de meeste auto’s hier met extra sterke
bumpers rondrijden. Maar ja voor een koe helpt dat natuurlijk ook niet.
Van af Fitztroy Crossing richting Broome stonden veel Baobab
bomen in allerlei vormen. Tijdens het urenlang autorijden hielden we ons bezig met het
zien van figuren in rotspartijen en termietenheuvels. Deze rotspartij stelt
voor ons een Playmobil mannetje voor. En de termietenheuvel is Pino van Sesamstraat.
In Western Australia staan waarschuwingsborden waar de
politie op dat moment speciaal op let. Ik vraag me wel af hoe ze “vermoeidheid”
controleren.
Broome is een toeristische bestemming bekend om het goede
klimaat, mooie stranden (cable beach) en de parelindustie. Vroeger was Broome
de thuishaven voor de parelvloot. Van de parelindustrie is niets meer over maar
Broome koestert het parel imago.
Cable Beach is ook bekend om het kameelrijden bij
zonsondergang.
Willies Creek heeft het voor elkaar gekregen om toeristen te
laten betalen om hun parelwinkel te bezoeken. Je wordt met de bus in Broome
opgehaald en naar hun informatiecenter/winkel gebracht, 40 km buiten Broome.
Hier wordt o.a. uitgelegd hoe parels gekweekt worden. In de natuur zit er maar
op 1 in de 15.000 pareloesters een parel. Een gekweekte parel ontstaat door in
een oester een korreltje van de Mississippie Mossel te plaatsen. De oester gaat
dan als afweermiddel, het korreltje bekleden en na een paar jaar is de parel
groot genoeg om er uit gehaald te worden. Een paar keer wordt er dan tegelijk
weer een nieuw korreltje in geplaatst.
Bij Pearl Luggers kan men de boten en de duikuitrusting zien
waarmee vroeger naar pareloesters werd gedoken. In die tijd ging het vooral om
de schelpen, de paarlemoer. Hiervan werden vroeger vooral knopen en gespen
gemaakt. Ria paste een helm en zoals je ziet mocht ze ook een duik maken.
Deze man ging een foto maken van zijn partner bij de
zonsondergang op Cable Beach.
In Broome gaf ik de voorkeur aan kamelen.
Van Broome ging de rit naar het Karijini National Park (
1000 km) met een korte stop in de havenstad Port Hedland.
Op weg naar Port Hedland zagen we voor het eerst deze grote
watervogels.
Bij het Pardoo Roadhouse had Ria voor het eerst sinds lange tijd
weer een vriendje.
Port Hedland is maar een dorp met 14.000 inwoners maar het
is wat tonnage betreft de grootste haven van Australië. Het belangrijkste
export product is erts dat met treinen van een paar km lang wordt aangevoerd.
Ook honderden Road Trains voeren het erts 24 uur per dag aan.
Het Karijini National Park is vooral bekend om zijn diepe
kloven. Wij bezochten alleen de Dales Gorge. Om de andere kloven te bezoeken
hadden we tientallen km over een “wasbord” moeten rijden en dat wilde we
onszelf en de camper niet aandoen.
Dales Gorge.
Er waren ook nogal wat mooie bloemen en struiken in het
Karijini N.P.
Deze bloem is we heel bijzonder. Je zou bijna denken dat
iemand het hartje er ingekleurd had.
Tom Price is een ijzererts stadje dat in de zestiger jaren
opgebouwd werd tegelijk met de exploitatie van de ijzermijn. Er worden excursies
aangeboden naar deze grote open-pit mijn van Rio Tinto. Maar toen wij er waren
was er onvoldoende belangstelling voor de excursie
Zijn wij onderweg in een klein campertje of is deze truck zo
groot? Hij weegt leeg 98 ton en 260 ton volgeladen met ijzererts. De banden
hebben een diameter van 3 meter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten